1En hierna hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God.
2Want gewroken heeft.
3En zij zeiden voor de tweede keer: Halleluja! van de almachtige God.
16Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze Naam geschreven: 1 Tim. 6:15; Openb. 17:14Koning der koningen en Heere der heren.
17En ik zag één engel dicht bij de zon staan, en hij riep met luide stem naar alle vogels die hoog aan de hemel vlogen: Jer. 12:9; Ezech. 39:17Kom en verzamel u voor het avondmaal van de grote God,
18om te eten vlees van koningen, en vlees van oversten over duizend, en vlees van machtigen, en vlees van paarden en van hen die daarop zitten, en vlees van alle vrijen en van slaven, kleinen en groten.
19En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeenverzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.
20En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid Deut. 13:1; Matt. 24:24; Openb. 13:12,13; 16:14de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest Openb. 13:16ontvangen hadden en die Openb. 13:15zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden Dan. 7:11; Openb. 20:10levend geworpen in de poel van vuur, die Openb. 14:10van zwavel brandt.
21En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.