Jeremia 11 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

De verbreking van het verbond

1Het woord dat van de HEERE gekomen is tot Jeremia:

2Luister naar de woorden van dit verbond en spreek tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem,

3en zeg tegen hen: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Luister naar Mijn stem!

8Zij hebben echter niet geluisterd en zij hebben hun Daarom bracht Ik over hen al de woorden van dit verbond dat Ik geboden heb te doen, maar die zij niet gedaan hebben.

9Daarop zei de HEERE tegen mij: Er is een samenzwering ontdekt onder de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem.

10Zij zijn teruggekeerd tot de ongerechtigheden van hun voorvaderen, die geweigerd hebben naar Mijn woorden te luisteren. Wat hen betreft, zij zijn andere goden achternagegaan om die te dienen. Het huis van Israël en het huis van Juda hebben Mijn verbond verbroken, dat Ik met hun vaderen gesloten had.

11Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga over hen onheil brengen waaraan zij niet kunnen ontkomen. Als zij dan tot Mij Juda, en u hebt evenveel altaren gemaakt voor die schande als het aantal straten van Jeruzalem, altaren om reukoffers te brengen aan de Baäl.

14En u,

had de HEERE u als naam gegeven.

Maar nu heeft Hij onder het geluid van een groot gedruis

een vuur onder hem aangestoken,

zodat zijn takken gebroken zijn.

17Want de HEERE van de legermachten, Die u heeft te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.

20Maar, HEERE van de legermachten, rechtvaardige Rechter,

1 Sam. 16:7; 1 Kron. 28:9; Ps. 7:10; 26:2; Openb. 2:23 U Die de nieren en het hart beproeft,

laat mij Uw wraak aan hen zien,

want aan U heb ik mijn rechtszaak bekendgemaakt.

21Daarom, zo zegt de HEERE over de mannen van Anathoth die u naar het leven staan en zeggen: Profeteer niet in de Naam van de HEERE, opdat u niet door onze hand sterft.

22Daarom, zo zegt de HEERE van de legermachten: Zie, Ik ga hen straffen: de jongemannen zullen sterven door het zwaard en hun zonen en hun dochters zullen sterven van de honger.

23Er zal geen overblijfsel van hen zijn, want Ik zal onheil brengen over de mannen van Anathoth in het jaar van de vergelding aan hen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help