1 Koningen 15 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Abiam koning van Juda

1In wegtrekt.

20Benhadad luisterde naar koning Asa, en stuurde de bevelhebbers van de legers die hij had, op de steden van Israël af, en hij versloeg Ijon, Dan, Abel Beth-Maächa en heel Kinneroth, met heel het land van Naftali.

21Het gebeurde, toen Baësa dit hoorde, dat hij ophield met het uitbouwen van Rama. Hij bleef in Tirza.

22Toen liet koning Asa door heel Juda omroepen dat zij allemaal – niemand was vrijgesteld – de stenen van Rama en het bijbehorende hout, waarmee Baësa gebouwd had, moesten wegdragen. Koning Asa bouwde daar Geba in Benjamin mee, en Mizpa.

23Het overige nu van heel de geschiedenis van Asa, al zijn macht, alles wat hij gedaan heeft en de steden die hij gebouwd heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken van de koningen van Juda? Alleen, in de tijd van zijn ouderdom werd hij ziek aan zijn voeten.

24 2 Kron. 16:13 Asa ging te ruste bij zijn vaderen, en werd begraven bij zijn vaderen, in de stad van zijn vader David. En 2 Kron. 17:1zijn zoon Josafat werd koning in zijn plaats.

Nadab koning van Israël

25Nadab nu, de zoon van Jerobeam, werd koning over Israël in het tweede jaar van Asa, de koning van Juda. Hij regeerde twee jaar over Israël.

26Hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE en ging in de weg van zijn vader en in diens zonde, waarmee hij Israël had doen zondigen.

27Maar Baësa, de zoon van Ahia, uit het huis van Issaschar, smeedde een samenzwering tegen hem, en Baësa doodde hem te Gibbethon, dat aan de Filistijnen toebehoorde, toen Nadab en heel Israël Gibbethon belegerden.

28Baësa doodde hem in het derde jaar van Asa, de koning van Juda, en werd koning in zijn plaats.

29Het gebeurde nu, toen hij koning was, dat hij heel het huis van Jerobeam doodde. Hij liet niets over van het huis van Jerobeam wat adem had, totdat hij het weggevaagd had, 1 Kon. 14:10,14overeenkomstig het woord van de HEERE, dat Hij gesproken had door de dienst van Zijn dienaar Ahia uit Silo,

30vanwege de zonden van Jerobeam, die zondigde en die Israël deed zondigen, en om zijn tergen, waarmee hij de HEERE, de God van Israël, tot toorn had verwekt.

31Het overige nu van de geschiedenis van Nadab, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken van de koningen van Israël?

32En er was oorlog tussen Asa en Baësa, de koning van Israël, al hun dagen.

Baësa koning van Israël

33In het derde jaar van Asa, de koning van Juda, werd Baësa, de zoon van Ahia, koning over heel Israël, in Tirza, en regeerde vierentwintig jaar.

34En hij deed wat slecht was in de ogen van de HEERE, en ging in de weg van Jerobeam en in diens zonde, waarmee hij Israël had doen zondigen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help