2 Kronieken 32 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Sanherib belegert Jeruzalem

1Na deze gebeurtenissen en deze blijk van trouw ze voor zich open te breken.

2Toen Hizkia zag dat Sanherib kwam en dat hij zijn zinnen zette op de strijd tegen Jeruzalem,

3pleegde hij overleg met zijn vorsten en helden of zij de waterbronnen die buiten de stad waren, dicht zouden stoppen. En zij hielpen hem.

4Want er werd veel volk bijeengeroepen, dat al de bronnen dichtstopte, evenals de beek die door het midden van het land stroomde. Zij zeiden: Waarom zouden de koningen van Assyrië komen en veel water vinden?

5En hij vatte moed en bouwde heel de muur op waarin bressen geslagen waren. Hij trok die op tot aan de torens, met een andere muur aan de buitenkant. Verder versterkte hij de Millo in de stad van David en maakte wapens en schilden in overvloed.

6Hij stelde legeroversten aan over het volk, riep hen bij zich bijeen op het plein bij de stadspoort en sprak naar hun hart:

7Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en niet ontsteld vanwege de koning van Assyrië, en ook niet vanwege heel de troepenmacht die met hem is, naar zijn eigen land teruggekeerd. van rondom.

23En velen brachten geschenken naar de HEERE in Jeruzalem, en kostbaarheden naar Hizkia, de koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenvolken verheven werd.

Ziekte, voorspoed en dood van Hizkia

24 2 Kon. 20:1; Jes. 38:1 In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Hij bad tot de HEERE, en Die sprak tot hem en gaf hem een wonderteken.

25Maar Hizkia vergold niet overeenkomstig de weldaad die hem bewezen was, omdat zijn hart hoogmoedig werd. Daarom rustte er grote toorn op hem en op Juda en Jeruzalem.

26 2 Kon. 20:19 Hizkia vernederde zich echter om de hoogmoed van zijn hart, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de grote toorn van de HEERE niet op hen kwam in de dagen van Hizkia.

27Hizkia bezat zeer veel rijkdom en eer. Hij maakte voor zichzelf schatkamers voor zilver en voor goud, voor edelstenen, voor specerijen en voor schilden, en voor alle kostbare voorwerpen.

28Ook maakte hij voorraadschuren voor de opbrengst van koren, nieuwe wijn en olie; en stallen voor allerlei dieren, en kooien voor de kudden.

29Hij bouwde voor zichzelf steden, en bezat kleinvee en runderen in overvloed, want God gaf hem heel veel bezittingen.

30Hizkia was het die de bovenste uitgang van het water van de Gihonbron dichtstopte en het water recht naar beneden leidde, naar het westen van de stad van David. En Hizkia was voorspoedig in al zijn werk.

31Maar het is zo, toen de afgezanten van de vorsten van Babel, die een boodschap aan hem gestuurd hadden om te vragen naar het wonderteken dat in het land gebeurd was, dat God hem verliet, om hem op de proef te stellen, om alles te weten wat er in zijn hart omging.

32Het overige nu van de geschiedenis van Hizkia en zijn gunstbewijzen, zie, die zijn beschreven in het visioen van de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, en in het boek van de koningen van Juda en Israël.

33 2 Kon. 20:21 Hizkia ging te ruste bij zijn vaderen en zij begroeven hem bij de weg omhoog met de graven van de zonen van David. Heel Juda en de inwoners van Jeruzalem bewezen hem eer bij zijn dood, en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help