1Het woord van de HEERE dat kwam tot Micha uit Moreset, in de dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, de koningen van Juda, en dat hij gezien heeft over Samaria en Jeruzalem.
Het oordeel over Samaria en Jeruzalem2Luister,
11Trek voorbij, bewoonster van Safir,
in
rouw is in Beth-Haëzel;
Hij neemt Zijn steun van u weg.
12Ja, de bewoonster van Maroth
is ziek vanwege het goede,
want
tot aan de poort van Jeruzalem.
13Span de snelle paarden voor de wagen,
bewoonster van Lachis.
Die is het begin van de zonde
voor de dochter van Sion,
want in u zijn de overtredingen
van Israël gevonden.
14Geef daarom afscheidsgeschenken
aan Moreset-Gath.
De huizen van Achzib blijken onbetrouwbaar
voor de koningen van Israël.
15Opnieuw breng Ik een bezetter over u,
bewoonster van Maresa.
Hij zal komen tot aan Adullam,
de luister van Israël.
16Scheer uw haar af, ja, scheer u kaal
vanwege uw kinderen, die u lief zijn;
maak u zo kaal als een gier,
want zij zijn bij u weggegaan in ballingschap.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.