1En het van de bevelhebbers van de lijfwachten, die de ingang van het huis van de koning bewaakten.
11En het gebeurde, zo dikwijls als de koning naar het huis van de HEERE ging, dat de lijfwachten kwamen en ze droegen en ze daarna weer terugbrachten naar de wachtruimte voor de lijfwachten.
12Omdat hij zich vernederde, keerde de toorn van de HEERE zich van hem af en richtte Hij hem niet geheel en al te gronde. Er waren in Juda ook nog goede dingen.
13Zo verstevigde koning Rehabeam zijn positie in Jeruzalem en bleef hij regeren. is die niet beschreven in de woorden van de profeet Semaja en de ziener Iddo, volgens het geslachtsregister, evenals de oorlogen tussen Rehabeam en Jerobeam, al hun dagen?
16En Rehabeam ging te ruste bij zijn vaderen en werd begraven in de stad van David. En zijn zoon Abia werd koning in zijn plaats.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.