Deuteronomium 17 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Doodstraf op afgoderij

1U mag aan de HEERE, uw God, geen rund of kleinvee offeren waaraan dan moet u opstaan en naar de plaats gaan die de HEERE, uw God, zal uitkiezen.

9Dan moet u naar de Levitische priesters gaan, en naar de rechter die er in die dagen is, en hen raadplegen. Zij zullen dan een gerechtelijke uitspraak voor u doen.

10En u moet handelen overeenkomstig de uitspraak die zij u bekendmaken, vanuit die plaats die de HEERE zal uitkiezen. U moet nauwlettend handelen overeenkomstig alles wat zij u leren.

11Overeenkomstig de wetsregel die zij u leren, en overeenkomstig het vonnis dat zij voor u uitspreken, moet u handelen. U mag van de uitspraak die zij u bekendmaken, niet afwijken, naar rechts of naar links.

12De man echter die overmoedig handelt, door niet te luisteren naar de priester die daar staat om de HEERE, uw God, te dienen, of naar de rechter, die man moet sterven. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen.

13Laat heel het volk het horen en bevreesd zijn, en niet meer overmoedig zijn.

De koning en zijn plichten

14Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, en u dan zegt: Ik wil een koning over mij aanstellen, zoals al de volken die rondom mij zijn,

15dan moet u voorzeker hem tot koning over u aanstellen die de HEERE, uw God, verkiezen zal. Uit het midden van uw broeders moet u een koning over u aanstellen; u mag geen buitenlander over u zetten, die uw broeder niet is.

16Maar hij mag voor zichzelf niet veel paarden aanschaffen en het volk niet laten terugkeren naar Egypte om veel paarden aan te schaffen, omdat de HEERE tegen u gezegd heeft: U mag nooit meer langs deze weg terugkeren.

17Ook mag hij voor zichzelf niet veel vrouwen nemen, anders zal zijn hart afwijken. Hij mag voor zichzelf ook niet al te veel zilver en goud nemen.

18Verder moet het zó zijn, als hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dat hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift van deze wet schrijft, vanuit de rol die onder het toezicht van de Levitische priesters is.

19Dat moet bij hem zijn en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen om de HEERE, zijn God, te leren vrezen en om alle woorden van deze wet en deze verordeningen in acht te nemen door ze te houden,

20opdat zijn hart zich niet verheft boven zijn broeders, opdat hij niet afwijkt van het gebod, naar rechts of naar links en opdat hij zijn dagen verlengt in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, te midden van Israël.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help