1Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Jezus Christus, aan al de heiligen in Christus Jezus die in Filippi zijn, met de opzieners en diakenen:
2
14 en wat ik verkiezen zal, weet ik niet.
23Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste,
24maar in het vlees te blijven is noodzakelijker voor u.
25En dit vertrouw en weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen zal blijven tot uw vordering en blijdschap van het geloof,
26opdat uw roemen in Christus Jezus overvloedig is door mij, door mijn hernieuwde aanwezigheid bij u.
Opwekking tot standvastigheid27 Gen. 17:1; 1 Kor. 7:20; Efez. 4:1; Kol. 1:10; 1 Thess. 2:12; 4:1 Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben, van uw zaken mag horen dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie,
28en dat u zich in geen enkel opzicht schrik laat aanjagen door de tegenstanders. Voor hen is dit een duidelijk teken van verderf, maar voor u van zaligheid, en dat van God uit.
29Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden,
30omdat u dezelfde strijd hebt als die u bij mij gezien hebt en nu van mij hoort.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.