1Toen werd in de wegen van de HEERE, en ook nam hij de offerhoogten en de gewijde palen uit Juda weg.
7In het derde jaar van zijn regering stuurde hij een boodschap naar zijn leiders, naar Ben-Chaïl, Obadja, Zacharja, Nethaneël en Michaja, om in de steden van Juda onderricht te geven.
8Bij hen waren de Levieten Semaja, Nethanja, en Zebadja, Asaël, Semiramoth, Jonathan, Adonia, Tobia en Tob-Adonia, de Levieten; en de priesters Elisama en Joram waren ook bij hen.
9Zij gaven onderricht in Juda, en het wetboek van de HEERE was bij hen. Zij gingen alle steden van Juda rond, en gaven onderricht aan het volk.
10Toen kwam grote vrees voor de HEERE over alle koninkrijken van de landen die rond Juda lagen, zodat ze niet tegen Josafat streden.
11 Sommigen van de Filistijnen brachten Josafat geschenken en geld als schatting. Zelfs de Arabieren brachten hem kleinvee: zevenduizend zevenhonderd rammen en zevenduizend zevenhonderd bokken.
12Zo werd Josafat gaandeweg aanzienlijker, en hij bouwde in Juda burchten en voorraadsteden.
13En hij had veel werk in de steden van Juda, en in Jeruzalem had hij strijdbare mannen, dappere helden.
14Dit nu zijn hun opzichters, ingedeeld naar hun families: in Juda waren de bevelhebbers van duizend: de bevelhebber Adna, en met hem driehonderdduizend strijdbare helden;
15naast hem de bevelhebber Johanan, en met hem tweehonderdtachtigduizend strijdbare helden;
16naast hem Amasia, de zoon van Zichri, die zich vrijwillig aan de HEERE overgegeven had, en met hem tweehonderdduizend strijdbare helden;
17uit Benjamin Eljada, een strijdbare held, en met hem tweehonderdduizend strijdbare helden, die met boog en schild gewapend waren;
18naast hem Jozabad, en met hem honderdtachtigduizend man, toegerust voor de strijd.
19Dezen waren allen in dienst van de koning, afgezien van hen die de koning in de versterkte steden in heel Juda geplaatst had.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.