1 Kronieken 1 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Van Adam tot Abraham

1Adam, omdat in zijn dagen de aarde verdeeld werd, en de naam van zijn broer was Joktan.

20Joktan verwekte Almodad, Selef, Hazarmavet, Jerah,

21Hadoram, Uzal en Dikla,

22Ebal, Abimaël en Sjeba,

23Ofir, Havila en Jobab. Zij waren allen zonen van Joktan.

24 Gen. 11:10 enz.; Luk. 3:36 Sem, Arfachsad, Selah,

25Heber, Peleg, Rehu,

26Serug, Nahor, Terah,

27Abram, dat is Abraham.

De nakomelingen van Abraham

28 Gen. 16:15; 21:2 De zonen van Abraham waren Izak en Ismaël.

29Dit zijn hun afstammelingen: Gen. 25:13 enz.de eerstgeborene van Ismaël was Nebajoth, en vervolgens Kedar, Adbeël en Mibsam,

30Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,

31Jetur, Nafis en Kedma. Dit zijn de zonen van Ismaël.

32De Gen. 25:2zonen van Ketura, de bijvrouw van Abraham: zij baarde Zimran, Joksan, Medan, Midian, Jisbak en Suah. De zonen van Joksan waren Sjeba en Dedan.

33De zonen van Midian waren Efa, Efer, Henoch, Abida en Eldaä. Zij allen waren zonen van Ketura.

34Abraham verwekte Izak. De Gen. 25:21,24 enz.zonen van Izak waren Ezau en Israël.

De nakomelingen van Ezau

35De Gen. 36:10zonen van Ezau waren Elifaz, Rehuel, Jeüs, Jaëlam en Korach.

36De zonen van Elifaz waren Teman, Omar, Zefi, Gaëtam, Kenaz, Timna en Amalek.

37De zonen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza.

38De zonen van Seïr waren Lotan, Sobal, Zibeon, Ana, Dison, Ezer en Disan.

39De zonen van Lotan waren Hori en Homam, en de zuster van Lotan was Timna.

40De zonen van Sobal waren Aljan, Manahath, Ebal, Sefi en Onam. De zonen van Zibeon waren Aja en Ana.

41De zoon van Ana was Dison. De zonen van Dison waren Hamran, Esban, Jithran en Cheran.

42De zonen van Ezer waren Bilhan, Zaävan en Jaäkan. De zonen van Disan waren Uz en Aran.

De koningen van Edom

43Dit zijn de koningen die geregeerd hebben in het land Edom, voordat er een koning over de Israëlieten regeerde: Bela, de zoon van Beor; en de naam van zijn stad was Dinhaba.

44Bela stierf, en in zijn plaats regeerde Jobab, een zoon van Zerah, van Bozra.

45Jobab stierf, en Husam, uit het land van de Temanieten, regeerde in zijn plaats.

46Husam stierf, en in zijn plaats regeerde Hadad, de zoon van Bedad, die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; en de naam van zijn stad was Avith.

47Hadad stierf, en Samla, uit Masreka, regeerde in zijn plaats.

48Samla stierf, en Saul, van Rehoboth aan de rivier, regeerde in zijn plaats.

49Saul stierf, en Baäl-Hanan, de zoon van Achbor, regeerde in zijn plaats.

50Baäl-Hanan stierf, en Hadad regeerde in zijn plaats. De naam van zijn stad was Pahi, en de naam van zijn vrouw was Mehetabeël, dochter van Matred, de dochter van Mezahab.

51Toen Hadad stierf, werden stamhoofden in Edom: het stamhoofd Timna, het stamhoofd Alja, het stamhoofd Jetheth,

52het stamhoofd Oholibama, het stamhoofd Ela, het stamhoofd Pinon,

53het stamhoofd Kenaz, het stamhoofd Teman, het stamhoofd Mibzar,

54het stamhoofd Magdiël, en het stamhoofd Iram. Dit zijn de stamhoofden van Edom.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help