1Een onderwijzing, een lied over de liefde, voor de koorleider, van de zonen van Korach, op ‘De lelies’.
2Mijn hart brengt een goed woord voort;
ik draag mijn gedichten voor over een Koning;
mijn tong is een pen van een vaardige schrijver.
3U bent veel mooier dan de andere mensenkinderen;
genade is op Uw lippen uitgegoten,
daarom heeft God U voor eeuwig gezegend.
4Gord Uw zwaard aan de heup, o Held,
het zwaard van Uw majesteit en Uw glorie.
5Rijd voorspoedig uit in Uw glorie,
op het woord van waarheid, zachtmoedigheid en gerechtigheid;
Uw rechterhand zal U ontzagwekkende daden leren.
6Uw pijlen zijn scherp;
zij treffen het hart van de vijanden van de Koning.
Volken zullen onder U vallen.
7
U zult hen tot vorsten aanstellen over heel de aarde.
18Ik zal Uw Naam in herinnering roepen bij alle generaties;
daarom zullen de volken U loven, voor eeuwig en altijd.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.