1 Korinthe 9 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Vrijheid en rechten van Paulus

1Ben ik niet een apostel? Ben ik niet vrij? verrichten, van het heilige eten? En dat zij die steeds bij het altaar verkeren, hun deel ontvangen van de offers van het altaar?

14 Lev. 19:13; Deut. 24:14; 25:4; Matt. 10:10; Luk. 10:7; 1 Tim. 5:18 Zo heeft de Heere ook met het oog op hen die het Evangelie verkondigen, opgedragen dat zij van het Evangelie leven.

15Ik heb hiervan echter geen gebruik gemaakt. En ik schrijf dit niet opdat dit mij alsnog ten deel zal vallen, want ik zou liever sterven dan dat iemand mijn roem van zijn inhoud zou ontdoen.

16Als ik het Evangelie verkondig, is er voor mij namelijk geen reden tot roem. Rom. 1:14De noodzaak daarvan is mij immers opgelegd. En wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig!

17Want als ik dat vrijwillig doe, heb ik recht op loon, maar als ik het onwillig doe, is het beheer van het Evangelie mij toch toevertrouwd.

18Wat voor loon heb ik dan? Dat ik, bij de evangelieverkondiging, het Evangelie van Christus kosteloos maak, om geen gebruik te maken van mijn recht als verkondiger van het Evangelie.

19Want terwijl ik vrij ben van allen, heb ik mijzelf toch voor allen tot slaaf gemaakt om meer mensen te winnen.

20 Hand. 16:3; 18:18; 21:23 En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen.

21 Gal. 2:3 Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn.

22 Rom. 15:1; 1 Kor. 10:33; Gal. 6:1 Ik ben voor de zwakken geworden als een zwakke, om de zwakken te winnen. Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden.

23En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden.

24Weet u niet dat zij die in Gal. 2:2; 5:7; Filipp. 2:16; 2 Tim. 4:7; Hebr. 6:18de renbaan lopen, allen wel lopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt.

25 2 Tim. 2:4 En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om 2 Tim. 4:8; 1 Petr. 1:4; 5:4een onvergankelijke te ontvangen.

26Ik loop daarom niet zonder duidelijk doel en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla.

27Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf verwerpelijk word.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help