Jeremia 42 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

In Egypte wacht de ondergang

1Toen naderden alle bevelhebbers van de legers, Johanan, de zoon van Kareah, Jezanja, de zoon van Hosaja, en heel het volk, van klein tot groot,

2en zij zeiden tegen de profeet Jeremia: Laat onze smeekbede toch voor uw aangezicht terechtkomen en bid voor ons tot de HEERE, uw God, voor heel dit overblijfsel, want wij zijn uit velen met weinigen overgebleven, zoals u met eigen ogen aan ons ziet.

3Moge de HEERE, uw God, ons de weg bekendmaken die wij moeten gaan en de zaak die wij moeten doen.

4Toen zei de profeet Jeremia tegen hen: Ik heb geluisterd. Zie, overeenkomstig uw woorden ga ik bidden tot de HEERE, uw God. En het zal gebeuren dat ik elk woord dat de HEERE u zal antwoorden, u bekend zal maken. Geen woord zal ik u onthouden.

5Toen zeiden zíj tegen Jeremia: Moge de HEERE tussen ons als een waarachtig en betrouwbaar Getuige zijn. Voorwaar, wij zullen zo doen overeenkomstig elk woord waarmee de HEERE, uw God, u tot ons zendt.

6Hetzij goed, hetzij kwaad, wij zullen luisteren naar de stem van de HEERE, onze God, tot Wie wij u zenden, erop zet om Egypte binnen te gaan en u het binnengaat om daar als vreemdeling te verblijven,

16dan zal het gebeuren dat het zwaard waarvoor u bevreesd bent, u daar in het land Egypte zal inhalen, en de honger waarvoor u bezorgd bent, u daar in Egypte zal achtervolgen, zodat u dáár zult sterven.

17Zo zullen al de mannen zijn die hun zinnen erop zetten om Egypte binnen te gaan om daar als vreemdeling te verblijven. Zij zullen sterven door het zwaard, door de honger en door de pest. Er zal van hen niemand zijn die ontvlucht of ontkomt aan het onheil dat Ik over hen zal brengen.

18Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Zoals Mijn toorn en Mijn grimmigheid is Jer. 7:20uitgestort over de inwoners van Jeruzalem, zo zal Mijn grimmigheid over u worden uitgegoten, als u in Egypte gekomen zult zijn. U zult zijn Jes. 65:15tot een vervloeking en tot een Jer. 18:16; 19:8; 25:9; 29:18verschrikking, tot een Jer. 24:9; 25:18; 26:6; 29:18vloek en tot Jer. 24:9; 29:18smaad. U zult deze plaats niet meer terugzien.

19De HEERE heeft tot u gesproken, overblijfsel van Juda. Ga Egypte niet binnen! U moet goed weten dat ik u heden gewaarschuwd heb.

20Ja, u hebt uzelf misleid. Ú immers hebt mij tot de HEERE, uw God, gezonden om te zeggen: Bid voor ons tot de HEERE, onze God. En overeenkomstig alles wat de HEERE, onze God, zal zeggen, maak dat zo ons bekend, en wij zullen het doen.

21Nu heb ik het u heden bekendgemaakt, maar u hebt niet willen luisteren naar de stem van de HEERE, uw God, namelijk naar alles waarmee Hij mij tot u heeft gezonden.

22Nu dan, u moet goed weten dat u sterven zult door het zwaard, door de honger en door de pest, in de plaats waarheen u geneigd was te gaan om daar als vreemdeling te verblijven.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help