1Verdroeg u mij maar enigszins in mijn dwaasheid; ja, verdraag mij toch!
2Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man
18
31 Rom. 1:9; 9:1; 2 Kor. 1:23; Gal. 1:20; Filipp. 1:8; 1 Thess. 2:5 De God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die te prijzen is tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg.
32In Damascus liet de stadhouder Hand. 9:24van koning Aretas de stad van de Damascenen bewaken, omdat hij mij gevangen wilde nemen;
33en door een venster werd ik in een mand door de muur neergelaten en ontvluchtte zo zijn handen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.