1Een psalm van Asaf.
Ja, God is goed voor Israël,
voor hen die zuiver van hart zijn.
2Maar wat mij betreft, mijn voeten waren bijna uitgegleden,
mijn schreden waren haast uitgeschoten,
3
16Toch heb ik nagedacht om dit te kunnen begrijpen,
maar het was moeite in mijn ogen,
17totdat ik Gods heiligdom binnenging
en op hun einde lette.
18Ja, U zet hen op gladde plaatsen,
U doet hen in verwoesting vallen.
19Hoe worden zij in een ogenblik tot een verwoesting!
Zij worden weggevaagd, komen om door verschrikkingen.
20Zoals een droom vervaagt bij het ontwaken,
zult U, Heere, als U wakker wordt, hun beeld verachten.
21Toen mijn hart verbitterd was
en ik in mijn nieren geprikkeld werd,
22hoe onverstandig was ik toen, ik wist niets!
Ik was een redeloos dier bij U.
23Ik zal echter voortdurend bij U zijn,
U hebt mijn rechterhand gegrepen.
24U zult mij leiden door Uw raad,
daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen.
25Wie heb ik behalve U in de hemel?
Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde.
26Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart,
dan is God de rots van mijn hart
en voor eeuwig mijn deel.
27Want zie, wie zich ver van U houden, zullen omkomen;
U verdelgt allen die als in hoererij U verlaten.
28Maar wat mij betreft, het is voor mij goed dicht bij God te zijn.
Ik neem mijn toevlucht tot de Heere HEERE,
om al Uw werken te vertellen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.