2 Samuel 19 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

1Aan Joab werd verteld: Zie, de koning huilt en bedrijft rouw over Absalom.

2Op die dag veranderde voor heel het volk de verlossing in rouw, want het volk had op die dag horen zeggen: De koning is bedroefd over zijn zoon.

3Het volk kwam die dag sluipend de stad binnen, zoals volk dat beschaamd is als het in de strijd gevlucht is, zich sluipend voortbeweegt.

4De koning had zijn gezicht bedekt, en de koning riep met luide stem: Mijn zoon Absalom, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

5Toen kwam Joab binnen bij de koning in het huis en zei: U hebt vandaag de gezichten van al uw manschappen beschaamd doen staan, die vandaag uw leven hebben gered, het leven van uw zonen en uw dochters, het leven van uw vrouwen en het leven van uw bijvrouwen,

6door lief te hebben wie u haten, en door te haten wie u liefhebben. U hebt vandaag immers laten blijken dat bevelhebbers en manschappen voor u niets betekenen. Want ik heb vandaag gemerkt dat als Absalom leefde en wij allen vandaag dood waren, dat het dan juist zou zijn in uw ogen.

7Sta dan nu op, ga naar buiten en spreek naar het hart van uw manschappen. Want ik zweer bij de HEERE: als u niet naar buiten gaat, zal er deze nacht geen man bij u overnachten! En dit zal erger voor u zijn dan al het kwaad dat u van uw jeugd aan tot nu toe overkomen is.

8Toen stond de koning op en ging in de poort zitten. En men maakte al het volk bekend: Zie, de koning zit in de poort. Toen kwam al het volk bij de koning.

De terugkeer van David naar Jeruzalem

Intussen was Israël gevlucht, ieder naar zijn tenten.

9En onder heel het volk, alle stammen van Israël, was er tweedracht. Men zei: De koning heeft ons gered uit de hand van onze vijanden en hij heeft ons bevrijd uit de hand van de Filistijnen, en nu is hij het land uit gevlucht voor Absalom!

10En Absalom, die wij tot koning over ons gezalfd hadden, is in de strijd gestorven. Nu dan, waarom laat u na om de koning terug te halen?

11Toen stuurde koning David de priesters Zadok en Abjathar een bode om te zeggen: Spreek tot de oudsten van Juda: Waarom zou u de laatsten zijn om de koning terug te halen naar zijn huis? (De woorden van heel Israël hadden namelijk de koning bereikt in zijn huis.)

12U bent mijn broeders, u bent mijn beenderen en mijn vlees; waarom zou u dan de laatsten zijn om de koning terug te halen?

13En tegen toch hebt u uw dienaar geplaatst bij hen die aan uw tafel eten. Wat voor recht heb ik dan nog, en hoe kan ik dan nog een beroep doen op de koning?

29Toen zei de koning tegen hem: Waarom spreekt u nog langer over uw zaken? Ik zeg: U en Ziba, u moet het land delen.

30En Mefiboseth zei tegen de koning: Hij mag ook alles wel nemen, omdat mijn heer de koning in vrede in zijn huis is gekomen.

Afscheid van Barzillai

31Barzillai uit Gilead was uit Rogelim gekomen. Hij stak met de koning de Jordaan over om hem over de Jordaan uitgeleide te doen.

32Barzillai nu was zeer oud, een man van tachtig jaar. zal ik u doen.

39Toen al het volk de Jordaan was overgestoken en ook de koning was overgestoken, kuste de koning Barzillai en zegende hem; zo keerde deze terug naar zijn woonplaats.

40De koning ging verder naar Gilgal, en Chimham ging met hem mee. Al het volk van Juda had de koning helpen oversteken, alsook een gedeelte van het volk van Israël.

41En zie, alle mannen van Israël kwamen naar de koning, en zeiden tegen de koning: Waarom hebben onze broeders, de mannen van Juda, beslag op u gelegd, en hebben zij de koning en zijn huis de Jordaan helpen oversteken, en alle mannen van David met hem?

42Toen antwoordden alle mannen van Juda de mannen van Israël: Omdat de koning aan ons verwant is. Waarom bent u toch in woede ontstoken over deze zaak? Hebben wij ook maar iets gegeten op kosten van de koning of heeft hij ons een geschenk gegeven?

43De mannen van Israël antwoordden de mannen van Juda en zeiden: Tien delen van de koning zijn van ons, dus ook op David hebben wij meer recht dan u. Waarom hebt u ons dan zo geminacht en waarom telde ons woord niet als eerste om onze koning terug te halen? Het woord van de mannen van Juda had echter meer kracht dan het woord van de mannen van Israël.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help