2 Samuel 5 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

David koning in Jeruzalem

1Toen toen Saul koning over ons was, was ú het die Israël liet uitgaan en ingaan. Ook heeft de HEERE tegen u gezegd: Daarom zegt men wel: Een blinde of kreupele zal niet in het huis komen.

9Zo ging David in de vesting wonen en hij noemde die: Stad van David. David bouwde rondom een muur, vanaf de Millo naar de binnenzijde.

10David nam gaandeweg toe in aanzien, want de HEERE, de God van de legermachten, was met hem.

De macht en het gezin van David

11 David versloeg hen daar en zei: De HEERE is voor mij uit door mijn vijanden heen gebroken als een doorbraak van water. Daarom gaf hij die plaats de naam Baäl-Perazim.

21Zij lieten daar hun afgoden achter, 1 Kron. 14:12en David en zijn mannen namen ze mee.

22Daarna trokken de Filistijnen opnieuw op en verspreidden zich in het dal Refaïm.

23David vroeg de HEERE om raad. Die zei: U moet niet optrekken; maak een omtrekkende beweging tot achter hen, zodat u bij hen komt van de zijde van de moerbeibomen.

24En laat het gebeuren, wanneer u het geluid van voetstappen in de toppen van de moerbeibomen hoort, dat u zich dan haast; want dan is de HEERE vóór u uit gegaan om het leger van de Filistijnen te verslaan.

25David deed zo, zoals de HEERE hem geboden had, en hij versloeg de Filistijnen van Geba af tot waar u bij Gezer komt.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help