Jeremia 2 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

De ontrouw van Israël

1Het woord van de HEERE kwam tot mij:

2Ga ten aanhoren van Jeruzalem prediken: Zo zegt de HEERE:

Ik denk aan u, aan de genegenheid van uw jeugd,

aan de liefde van uw bruidsdagen,

toen u achter Mij aan ging in de woestijn,

in een land waarin niet wordt gezaaid.

3Israël was heilig voor de HEERE,

de eersteling van Zijn opbrengst.

Allen die deze opaten, werden schuldig,

onheil kwam over hen,

spreekt de HEERE.

4Hoor het woord van de HEERE, huis van Jakob

en alle geslachten van het huis van Israël:

5Zo zegt de HEERE:

Hoe bent u tegenover Mij dan veranderd in wilde ranken

van een uitheemse wijnstok?

22Want al zou u zich met loog

haar bronst – wie kan haar keren?

Allen die haar zoeken, hoeven zich niet af te matten,

in haar maand zullen zij haar wel vinden.

25Verhinder uw voet barrevoets te gaan

en verhinder uw keel de dorst!

Maar u zegt: Daar is geen hoop op, nee,

want ik heb vreemden lief,

en ik zal achter hen aan gaan.

26Zoals een dief beschaamd staat als hij wordt ontdekt,

zo staat het huis van Israël beschaamd,

zij, hun koningen, hun vorsten,

hun priesters en hun profeten.

27Tegen een stuk hout zeggen ze: U bent mijn vader,

en tegen een steen: U hebt mij gebaard,

want Mij keren zij de nek toe

en niet het gezicht,

op het moment echter dat onheil hen treft, zeggen ze:

Sta op en verlos ons.

28Maar waar zijn dan uw goden, die u zich gemaakt hebt?

Laten die opstaan, als zij u kunnen verlossen op het moment dat onheil u treft,

want het aantal van uw goden is

even groot als uw Juda.

29Waarom roept u Mij ter verantwoording?

U bent allen tegen Mij in opstand gekomen,

spreekt de HEERE.

30Tevergeefs heb Ik uw kinderen te zoeken.

Daarom hebt u ook de slechtste hoeren

uw wegen geleerd.

34Ja, in de zomen van uw kleren is gevonden

het bloed van arme, onschuldige zielen,

die u niet hebt betrapt op inbraak,

ja, dat slaat alles.

35En dan zegt u nog: Voorzeker, ik ben onschuldig,

ja, Zijn toorn is van mij afgewend.

Zie, Ik ga met u een rechtszaak voeren,

omdat u zegt: Ik heb niet gezondigd.

36Wat trekt u er veel op uit

en verandert u telkens uw weg?

U zult ook door Jes. 31:1Egypte beschaamd worden,

zoals u door Assyrië beschaamd bent.

37Ook vandaar zult u uitgaan

met uw handen op uw hoofd,

want de HEERE verwerpt hen op wie u vertrouwt.

Met hen zult u niet voorspoedig zijn.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help