1Verder antwoordde Elihu en zei:
2Beschouw je dat als recht, dat je gezegd hebt:
Mijn gerechtigheid is meer dan die van God?
3Want
of wat ontvangt Hij uit jouw hand?
8Je goddeloosheid zou zijn tegen een man zoals jij,
en je rechtvaardigheid zou zijn ten bate van een mensenkind.
9Vanwege de vele verdrukkingen laten zij de onderdrukten om hulp roepen;
zij schreeuwen het uit vanwege de arm van de groten.
10Maar niemand zegt: Waar is God, mijn Maker,
Die psalmen geeft in de nacht?
11Die ons meer wijsheid bijbrengt dan de dieren op de aarde,
en ons wijzer maakt dan de vogels in de lucht?
12Daar roepen zij,
16heeft Job met vluchtigheid zijn mond geopend,
en zonder kennis woorden vermenigvuldigd.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.