1O God van alle wraak, HEERE,
God van alle wraak,
16Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners?
Wie zal zich voor mij opstellen tegen wie onrecht bedrijven?
17Als de HEERE niet mijn Helper was geweest,
had mijn ziel bijna in de stilte gewoond.
18Toen ik zei: Mijn voet wankelt,
ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE.
19Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden,
verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
20Zou de zetel van het verderf een verbintenis met U aangaan,
die onheil sticht bij verordening?
21Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardige,
onschuldig bloed verklaren zij schuldig.
22Maar de HEERE is mij een veilige vesting geweest,
mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht.
23Hij zal hun onrecht op hen doen terugkeren,
Hij zal hen in hun slechtheid ombrengen,
de HEERE, onze God, zal hen ombrengen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.