1Daarna verzamelde Jozua alle stammen van Israël in Sichem, en hij riep de oudsten van Israël, zijn stamhoofden, zijn rechters en zijn beambten, en zij stelden zich op voor het aangezicht van God.
2Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: en die wisten van al de daden van de HEERE, die Hij voor Israël verricht had.
32En de beenderen van Jozef, Gen. 50:25; Ex. 13:19die de Israëlieten uit Egypte meegenomen hadden, begroeven zij in Sichem, op het stuk land dat Jakob voor honderd geldstukken gekocht had van de zonen van Hemor, de vader van Sichem. Het was namelijk erfelijk bezit van de zonen van Jozef geworden.
33Ook Eleazar, de zoon van Aäron, stierf, en zij begroeven hem op de heuvel van zijn zoon Pinehas, die hem in het bergland van Efraïm gegeven was.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.