Jesaja 2 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Toekomstige heerlijkheid van Jeruzalem

1Het woord dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over Juda en Jeruzalem.

2Het zal in het laatste der dagen geschieden

dat

en dat hij verheven zal worden boven de heuvels,

en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen.

3Vele volken zullen gaan en zeggen:

Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE,

naar het huis van de God van Jakob;

dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen,

en zullen wij Zijn paden bewandelen.

Want slaan zij de handen ineen.

7Hun land is vol zilver en goud,

en er komt geen einde aan hun schatten.

Hun land is vol paarden,

en er komt geen einde aan hun wagens.

8Hun land is vol afgoden;

voor het werk van hun handen buigen zij zich neer,

voor wat hun vingers gemaakt hebben.

9Zo bukt zich de gewone man en vernedert zich de man van aanzien.

Vergeef het hun niet!

10Ga de rotskloof in,

verberg u in het stof

uit angst voor de HEERE

en vanwege de glorie van Zijn majesteit.

11

en vanwege de glorie van Zijn majesteit,

als Hij opstaat om de aarde te verschrikken.

20Op die dag zal de mens

zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden,

die hij voor zichzelf gemaakt had om zich daarvoor neer te buigen,

voor de ratten en de vleermuizen werpen.

21 Dan zullen zij de spleten in de rotsen binnengaan

en de kloven in de rotsen,

uit angst voor de HEERE,

en vanwege de glorie van Zijn majesteit,

als Hij opstaat om de aarde te verschrikken.

22Zie voor uzelf dan af van de mens

– in zijn neus heeft hij slechts adem –

want als wat is hij eigenlijk te beschouwen?

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help