1 Korinthe 5 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Zedeloosheid in de gemeente

1Men hoort algemeen dat er hoererij onder u voorkomt, en wel zo'n vorm van hoererij waarvan zelfs onder de heidenen geen sprake is, namelijk dat iemand is voor ons geslacht: Christus.

8Laten wij dus Ex. 12:3,15feestvieren, niet met Deut. 16:3oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.

9Ik heb u geschreven in de brief Deut. 7:2; Matt. 18:17; 2 Kor. 6:14; Efez. 5:11; 2 Thess. 3:14dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers.

10Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan.

11Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Num. 12:14; Matt. 18:17; 2 Thess. 3:14; 2 Joh. vs. 10Met zo iemand moet u zelfs niet eten.

12Het is toch niet aan mij om hen die buiten zijn te oordelen? Oordeelt u immers niet alleen hen die binnen zijn?

13Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. Deut. 13:5En doe de kwaaddoener uit uw midden weg.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help