Ezechiël 39 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

1En u, mensenkind, profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal!

2Ik zal u omkeren, u en aan de dieren van het veld is ook de naam van een stad.) Zo zullen zij het land reinigen.

17En u, mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Zeg tegen alle soorten vogels en tegen alle dieren van het veld: Verzamel u en kom, kom van rondom bijeen, bij Mijn offer, dat Ik breng, een groot offer voor u op de bergen van Israël, en eet vlees en drink bloed.

18U zult vlees van helden eten en het bloed van de vorsten van het land drinken: van rammen, lammeren, bokken, jonge stieren, allemaal gemest vee van Basan.

19U zult vet eten tot verzadiging toe en bloed drinken tot dronkenschap toe, van Mijn offer dat Ik voor u gebracht heb.

20U zult verzadigd worden aan Mijn tafel met paarden en ruiters, helden en alle strijdbare mannen, spreekt de Heere HEERE.

21Ik zal Mijn heerlijkheid onder de heidenvolken laten blijken. Alle heidenvolken zullen Mijn oordeel zien dat Ik geveld heb, en Mijn hand, die Ik op hen gelegd heb.

22Dan zullen zij die van het huis van Israël zijn, weten dat Ik, de HEERE, hun God ben, vanaf die dag en daarna.

23Dan zullen de heidenvolken weten dat zij die van het huis van Israël zijn, om hun ongerechtigheid in ballingschap zijn gegaan. Omdat zij Mij ontrouw waren, verborg Ik Mijn aangezicht voor hen en gaf Ik hen in de hand van hun tegenstanders, zodat zij allen door het zwaard vielen.

24Overeenkomstig hun onreinheid en overeenkomstig hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld en Ik heb Mijn aangezicht voor hen verborgen.

25Daarom, zo zegt de Heere HEERE: Ik zal nu een omkeer brengen in de gevangenschap van Jakob, Ik zal Mij ontfermen over heel het huis van Israël en Ik zal het opnemen voor Mijn heilige Naam.

26Zij zullen hun schande moeten dragen, en heel hun trouwbreuk, die zij tegenover Mij gepleegd hebben toen zij onbezorgd in hun land woonden en er niemand was die hun schrik aanjoeg.

27Wanneer Ik hen uit de volken terugbreng en hen bijeenbreng uit de landen van hun vijanden, zal Ik door hen voor de ogen van veel heidenvolken geheiligd worden.

28Dan zullen zij weten dat Ik, de HEERE, hun God ben, omdat Ik hen onder de heidenvolken in ballingschap voerde, maar hen ook weer verzamelde in hun land en niemand van hen daarginds nog liet achterblijven.

29Ik zal Mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik Mijn Joël 2:28; Hand. 2:17Geest over het huis van Israël heb uitgestort, spreekt de Heere HEERE.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help