Ezechiël 2 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

De roeping van Ezechiël

1Hij zei tegen mij: Mensenkind, ga op uw voeten staan, en Ik zal met u spreken.

2Terwijl Hij tot mij sprak, en hardleers. Ik zend u naar hen toe. U moet tegen hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE.

5En zij, of zij luisteren of dat nalaten – zij zijn immers een opstandig huis – Ezech. 33:33zij zullen weten dat er een profeet in hun midden geweest is.

6Maar u, mensenkind, Jer. 1:8,17; Luk. 12:4wees niet bevreesd voor hen, wees niet bevreesd voor hun woorden, hoewel er prikkels en dorens bij u zijn en u bij schorpioenen verblijft. Wees niet bevreesd voor hun woorden Ezech. 3:9; 1 Petr. 3:14en wees niet ontsteld voor hun blik, want zij zijn een opstandig huis!

7Maar u moet Mijn woorden tot hen spreken, of zij luisteren of dat nalaten, want zij zijn opstandig!

8Maar u, mensenkind, luister naar wat Ik tot u spreek. Wees niet opstandig, zoals dit opstandige huis. Doe uw mond open Openb. 10:9en eet wat Ik u geef.

9Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol.

10En Hij spreidde die voor mijn gezicht uit: hij was vanvoren en vanachteren beschreven. Er waren klaagliederen, zuchten en weeklachten op geschreven.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help