Nehemia 12 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Registers van hogepriesters, priesters en Levieten

1Dit zijn de priesters en de Levieten die met Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, en Jesua waren opgetrokken: Seraja, Jeremia, Ezra,

2Amarja, Malluch, Hattus,

3Sechanja, Rehum, Meremoth,

4Iddo, Ginnethoi, Abia,

5Mijamin, Maädja, Bilga,

6Semaja en Jojarib, Jedaja,

7Sallu, Amok, Hilkia en Jedaja; dat waren de hoofden van de priesters en hun broeders in de dagen van Jesua.

8De Levieten waren: Jesua, Binnuï, Kadmiël, Serebja, Juda, en Mattanja. Hij en zijn broeders waren verantwoordelijk voor de dankliederen.

9En Bakbukja en Unni, hun broeders stonden tegenover hen bij hun taken.

10Jesua verwekte Jojakim, Jojakim verwekte Eljasib, en Eljasib Jojada,

11Jojada verwekte Jonathan, en Jonathan verwekte Jaddua.

12In de dagen van Jojakim waren de volgende priesters familiehoofden: van Seraja was dat Meraja; van Jeremia, Hananja,

13van Ezra, Mesullam; van Amarja, Johanan;

14van Melichu, Jonathan; van Sebanja, Jozef;

15van Harim, Adna; van Merajoth, Helkai;

16van Iddo, Zacharia; van Ginnethon, Mesullam;

17van Abia, Zichri; van Minjamin, van Moadja, Piltai;

18van Bilga, Sammua; van Semaja, Jonathan;

19en van Jojarib, Matthenai; van Jedaja, Uzzi;

20van Sallai, Kallai; van Amok, Heber;

21van Hilkia, Hasabja; en van Jedaja, Nethaneël.

22De Levieten werden in de dagen van Eljasib, Jojada en Johanan en Jaddua ingeschreven als familiehoofden, en de priesters tijdens het koningschap van Darius, de Pers.

23De nakomelingen van Levi, de familiehoofden, werden in het boek van de verblijd, en ook de vrouwen en de kinderen waren verblijd, zodat de blijdschap van Jeruzalem van ver gehoord werd.

Regelingen voor de bijdragen voor priesters en Levieten

44Ook werden op die dag mannen aangesteld over de kamers voor de voorraden, voor de hefoffers, voor de eerstelingen en voor de tienden, om daarin de door de wet voorgeschreven delen van de opbrengst van de velden om de steden te verzamelen voor de priesters en de Levieten, want er was blijdschap in Juda over de priesters en de Levieten die daar in dienst stonden,

45en hun taak ten behoeve van hun God en hun taak bij de reiniging vervulden, evenals de zangers en de poortwachters, overeenkomstig het en zij heiligden wat voor de Levieten was en de Levieten heiligden wat voor de nakomelingen van Aäron was.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help