1Daarna opende Job zijn mond en te wekken.
9Laat de sterren van zijn schemering verduisterd worden,
laat hij wachten op het licht, maar laat het er niet zijn.
Laat hij de oogleden van de dageraad niet zien.
10Hij heeft immers de deuren van mijn buik niet gesloten,
en de moeite niet voor mijn ogen verborgen.
11 Job 10:18 Waarom ben ik niet van de baarmoeder af gestorven,
en heb ik de geest niet gegeven toen ik uit de buik naar buiten kwam?
12Waarom zijn de knieën mij tegemoetgekomen,
en waarom waren er borsten, zodat ik kon zuigen?
13Want dan zou ik nu neerliggen en stil zijn;
ik zou slapen, dan zou ik rust hebben,
14 samen met de koningen en raadsheren van de aarde,
die voor zichzelf puinhopen opbouwden;
15of met de vorsten die goud hadden,
die hun huizen met zilver vulden.
16Of ik zou er, als een verborgen misgeboorte, niet zijn;
als de kleine kinderen die het licht niet gezien hebben.
17Daar houden de goddelozen op met woelen,
en zij van wie de kracht is uitgeput, rusten daar uit.
18Gevangenen hebben daar met elkaar rust;
zij horen de stem van de slavendrijver niet.
19De kleine en de grote zijn daar samen;
en de slaaf is er vrij van zijn heer.
20Waarom geeft God aan een ellendige het levenslicht,
en het leven aan bitter bedroefden van ziel?
21Zij verlangen naar de dood, maar hij is er niet;
zij speuren ernaar, meer dan naar verborgen schatten.
22Zij zijn blij, tot jubelens toe,
zij zijn vrolijk, als ze het graf vinden.
23 Waarom geeft Hij het levenslicht aan een man voor wie zijn eigen weg verborgen is,
Job 19:8 en voor wie God de weg verspert?
24Want in plaats van mijn brood komt mijn zuchten,
en mijn jammerklachten worden uitgegoten als water.
25Want wat mij angst aanjoeg, is tot mij gekomen;
dat waarvoor ik beducht was, is mij overkomen.
26Ik ben niet gerust en ik ben niet stil,
ik heb geen rust, er is onrust gekomen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.