1En verkrijgen.
De grote verdrukking20 Dan. 9:27; Matt. 24:15; Mark. 13:14 Wanneer u zult zien dat Jeruzalem door legers omringd wordt, weet dan dat zijn verwoesting nabij is.
21Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan.
22Want dit zijn dagen van wraak, Dan. 9:26,27; Matt. 24:15; Mark. 13:14opdat al wat geschreven staat, vervuld wordt.
23Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land en toorn over dit volk.
24En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, Rom. 11:25totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.
De wederkomst25 Jes. 13:10; Ezech. 32:7; Joël 2:31; 3:15; Matt. 24:29; Mark. 13:24; Openb. 6:12 En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven.
26En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
27 Dan. 7:10; Matt. 16:27; 24:30; 25:31; 26:64; Mark. 13:26; 14:62; Hand. 1:11; 2 Thess. 1:10; Openb. 1:7 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.
28Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, Rom. 8:23omdat uw verlossing nabij is.
29 Matt. 24:32; Mark. 13:28 En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen.
30Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is.
31Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien geschieden, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is.
32Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht zeker niet voorbij zal gaan, totdat alles geschied is.
33 Ps. 102:27; Jes. 51:6; Matt. 24:35; Hebr. 1:11 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan.
Waakzaamheid34 Rom. 13:13; 1 Thess. 5:6; 1 Petr. 4:7 Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt.
35 1 Thess. 5:2; 2 Petr. 3:10; Openb. 3:3; 16:15 Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen.
36 Matt. 24:42; 25:13; Mark. 13:33; Luk. 12:40; 1 Thess. 5:6 Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen.
Jezus' laatste dagen in Jeruzalem37 Joh. 8:2 Overdag nu gaf Hij onderwijs in de tempel, maar 's nachts ging Hij de stad uit en overnachtte op de berg die de Olijfberg heet.
38En al het volk kwam 's morgens vroeg naar Hem toe in de tempel om Hem te horen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.