1Zie, dat het niet zou kunnen horen.
2Maar uw ongerechtigheden maken scheiding
tussen u en uw God,
uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn,
zodat Hij u niet hoort.
3Want uw handen zijn met bloed besmet,
en uw vingers met ongerechtigheid.
Uw lippen spreken leugen,
uw tong brengt onrecht tot uiting.
4Er is niemand die bijeenroept in gerechtigheid
er is niemand die in trouw een rechtszaak voert.
Zij vertrouwen op holle woorden en spreken valse dingen.
Zij zijn zwanger zijn op hun gebaande wegen.
8De weg van de vrede kennen zij niet,
er is geen recht in hun sporen.
Zij gaan kromme paden;
ieder die ze betreedt, kent de vrede niet.
9Daarom is het recht ver van ons
en bereikt de gerechtigheid ons niet.
Wij zien uit naar licht, maar zie, er is duisternis;
naar stralend licht, maar wij wandelen in donkerheid.
10Wij tasten als blinden langs de wand,
ja, wij tasten als mensen zonder ogen,
wij struikelen midden op de dag, als in de schemering,
wij verkeren, zoals de doden, in woeste plaatsen.
11Wij grommen allen als beren,
en wij kirren voortdurend als duiven.
Wij zien uit naar recht, maar het is er niet;
naar heil, maar dat is ver van ons.
12Want onze overtredingen zijn talrijk voor U
en onze zonden getuigen tegen ons.
Want onze overtredingen zijn bij ons,
onze ongerechtigheden, wij kennen ze:
13het overtreden en het liegen tegen de HEERE
en het zich afkeren bij onze God vandaan,
het spreken van onderdrukking en afvalligheid,
het zwanger zijn en melding maken van leugenachtige woorden vanuit het hart.
14Daarom is het recht teruggeweken,
en de gerechtigheid blijft van verre staan.
Want de waarheid struikelt op de straat,
en wat recht is, kan niet binnenkomen.
15Ja, de waarheid ontbreekt,
en wie zich afkeert van het kwade, wordt beroofd.
En de HEERE zag het, en het was kwalijk in Zijn ogen
dat er geen recht was.
16
zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten.
20En naar Sion zal Rom. 11:26een Verlosser komen
voor Jes. 10:21,22wie zich in Jakob van overtreding bekeren,
spreekt de HEERE.
21Wat Mij betreft, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik U in de mond gelegd heb, zullen uit Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw nakomelingen, evenmin uit de mond van de nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.