1Nu dan, tot u komt dit gebod, priesters!
2Als u niet luistert en als u het niet ter harte neemt om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE van de legermachten, zal Ik de Volkszonden
10Hebben wij niet allen één Vader? Heeft niet één God ons geschapen? Waarom handelen wij dan trouweloos, eenieder tegen zijn broeder, door het verbond met onze vaderen te ontheiligen?
11Juda handelt trouweloos en er wordt een gruweldaad begaan in Israël en in Jeruzalem. Want Juda ontheiligt het heilige van de HEERE, dat Hij liefheeft: hij is met de dochter van een vreemde god getrouwd.
12Moge de HEERE eenieder die dat doet, uitroeien uit de tenten van Jakob, wie waakt en wie antwoordt, zelfs wie een graanoffer brengt aan de HEERE van de legermachten.
13In de tweede plaats doet u dit:
het altaar van de HEERE bedekken met tranen,
met geween en gekerm,
omdat Hij Zich niet langer tot het graanoffer wendt
en dat in welgevallen uit uw hand aanneemt.
14Dan zegt u: Waarom?
Omdat de HEERE Getuige is tussen u
en de vrouw van uw jeugd,
tegen wie ú trouweloos handelt,
terwijl zíj toch uw metgezellin
en de vrouw van uw verbond is.
15Heeft Hij er niet maar één gemaakt,
hoewel Hij nog geest overhad?
En waarom die ene?
Hij zocht een goddelijk nageslacht.
Daarom, wees op uw hoede met uw geest,
en handel niet trouweloos tegen de vrouw van uw jeugd.
16Want de HEERE, de God van Israël, zegt
dat Hij het wegsturen van de eigen vrouw haat,
hoewel men het geweld bedekt met zijn gewaad,
zegt de HEERE van de legermachten.
Wees dus op uw hoede met uw geest
en handel niet trouweloos.
17U vermoeit de HEERE met uw woorden,
toch zegt u: Waarmee vermoeien wij Hem?
Doordat u zegt: Iedereen die kwaad doet,
is in de ogen van de HEERE goed,
Híj is hun genegen.
Of: Waar is de God van het oordeel?
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.