1Beter een en wie de rechtvaardige schuldig verklaart,
zijn voor de HEERE een gruwel, allebei.
16Waarom toch zou er in de hand van een dwaas geld zijn
om wijsheid te kopen, terwijl hij geen verstand heeft?
17Een vriend heeft te allen tijde lief,
en een broeder wordt in benauwdheid geboren.
18Een mens zonder verstand bevestigt iets met handslag
en stelt zich borg voor zijn naaste.
19Wie overtreding liefheeft, heeft ruzie lief,
houdt zijn woorden in,
en iemand met inzicht is bezonnen van geest.
28Zelfs een dwaas die zwijgt, wordt wijs geacht,
wie zijn lippen op elkaar houdt, verstandig.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.