1Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen;
hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken?
2Want wat is het deel van God van boven,
of het eigendom van de Almachtige vanuit de hoogten?
3Is het niet ondergang voor wie het verkeerde doet,
en ongeluk voor wie onrecht bedrijven?
4 van zijn vlees?
32
Zie, mijn ondertekening! Laat de Almachtige mij antwoorden,
en laat mijn Tegenstander een aanklacht op schrift stellen.
36Zou ik die dan niet op mijn schouder dragen?
Ik zou die op mij binden als een kroon.
37Het getal van mijn voetstappen zou ik Hem bekendmaken;
als een vorst zou ik tot Hem naderen.
38Als mijn land ooit tegen mij geroepen heeft,
en zijn voren gezamenlijk hebben geweend;
39als ik zijn volle opbrengst gegeten heb zonder geld uit te keren,
en de ziel van de pachters ervan heb laten zuchten,
40laat dan in plaats van tarwe distels opkomen,
en in plaats van gerst giftig onkruid!
Hier eindigen de woorden van Job.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.