2 Korinthe 9 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Collecte voor Jeruzalem

1Want het is voor mij niet nodig u te schrijven over

5Ik achtte het dus nodig de broeders aan te sporen eerst naar u toe te gaan en de eerder door u beloofde zegen vóóraf in gereedheid te brengen, zodat deze gereedligt als een zegen en niet als een gift in gierigheid gegeven.

Gods onuitsprekelijke gave

6En dit zeg ik: zaait, zal ook zegenrijk oogsten.

7Laat ieder doen zoals hij in zijn hart voorgenomen heeft, Deut. 15:7; Rom. 12:8niet met tegenzin of uit dwang, Ex. 25:2; 35:5want God heeft een blijmoedige gever lief.

8En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk.

9Zoals geschreven staat: Ps. 112:9Hij heeft uitgestrooid, hij heeft aan de armen gegeven; zijn gerechtigheid blijft tot in eeuwigheid.

10Hij nu Die de zaaier zaad verschaft, moge ook brood tot voedsel schenken en uw zaaigoed doen toenemen en de vruchten van uw gerechtigheid vermeerderen.

11Zo zult u in alles rijk worden, in staat tot alle vrijgevigheid, die door middel van ons dankzegging aan God teweegbrengt.

12Want het betonen van deze dienst vult niet alleen de tekorten van de heiligen aan, maar is ook een overvloedige bron van vele dankzeggingen aan God,

13want door dit bewijs van dienstbetoon verheerlijken zij God vanwege de onderdanigheid aan het Evangelie van Christus, overeenkomstig uw belijdenis, en vanwege de gulle handreiking aan hen en aan allen.

14En in hun gebed voor u verlangen zij vurig naar u vanwege de allesovertreffende genade van God over u.

15Ja, God zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave!

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help