Ezechiël 16 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Ontrouw, straf en herstel van Jeruzalem

1Het woord van de HEERE kwam tot mij:

2Mensenkind, laat Jeruzalem zijn gruweldaden weten,

3en zeg: Zo zegt de Heere HEERE tegen Jeruzalem: Uw oorsprong en uw geboorte zijn uit het land van de Kanaänieten. Uw vader was die Amoriet en uw moeder een Hethitische.

4Wat uw geboorte betreft, op de dag dat u geboren werd, werd uw navelstreng niet afgesneden, werd u niet met water schoongewassen, werd u ook al niet met zout ingewreven, en al helemaal niet in doeken gewikkeld.

5Geen oog zag naar u om, om een van die dingen uit medelijden bij u te doen. U werd weggeworpen op het open veld uit afschuw voor uw leven op de dag dat u geboren werd.

6Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u trappelend in uw bloed en Ik zei tegen u in uw bloed: Leef! Ja, Ik zei tegen u in uw bloed: Leef!

7Ik heb u even overvloedig gemaakt als het gewas op het veld. U groeide op, u werd groot en u kwam tot grote schoonheid. Uw borsten werden stevig, uw haar groeide, maar u was naakt en bloot.

8Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u, en zie, uw tijd was de tijd van de liefde. Zo spreidde Ik Mijn vleugel over u uit en bedekte uw naaktheid. Daarop zwoer en een ketting om uw nek.

12 Ook deed Ik een ring door uw neus, oorbellen aan uw oren en zette een sierlijke kroon op uw hoofd.

13Zo werd u getooid met goud en zilver. Uw kleding was van fijn linnen en zijde, en voorzien van kleurrijk borduurwerk. Meelbloem, honing en olie at u. U werd buitengewoon mooi, en werd geschikt voor het koningschap.

14Van u ging een naam uit onder de heidenvolken vanwege uw schoonheid, want die was volmaakt door Mijn glorie, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE.

15Maar u vertrouwde op uw schoonheid en bedreef hoererij, trots op uw naam. U hebt uw hoererijen uitgestort over ieder die voorbijtrok, uw schoonheid was voor hem!

16U nam een deel van uw kleding, maakte daarmee voor uzelf de offerhoogten kleurrijk en bedreef er hoererij op. Nooit is zoiets voorgekomen en het zal nooit meer gebeuren.

17U nam uw sieraden van Mijn goud en van Mijn zilver dat Ik u gegeven had, en maakte voor uzelf mannenbeelden en daarmee bedreef u hoererij.

18U nam uw kleurrijk geborduurde kleding en bedekte ze daarmee. U zette Mijn olie en Mijn reukwerk voor hen neer.

19En Mijn brood, dat Ik u had gegeven, en de meelbloem, olie en honing, die Ik u te eten had gegeven, hebt u hun aangeboden als een aangename geur. Zo gebeurde dat, spreekt de Heere HEERE.

20U nam uw zonen en uw dochters, die u Mij gebaard had en bracht ze als offer voor hen om te eten. Waren uw hoererijen niet genoeg,

21dat u Mijn kinderen buren. U maakte uw hoererijen talrijk, zodat u Mij tot toorn verwekte.

27Zie, daarop strekte Ik Mijn hand tegen u uit en verminderde het u toegewezen deel, en Ik gaf u over aan de willekeur van hen die u haten, aan de dochters uitgestort hebt en uw schaamte ontbloot werd in uw hoererijen met uw minnaars en met al uw gruwelijke stinkgoden, en om het bloed van uw kinderen dat u hun gegeven hebt,

37daarom, zie, ga Ik al uw minnaars die u behaagd hebt, allen die u bemind hebt, met allen die u gehaat hebt, bijeenbrengen, ja, Ik zal hen van rondom bijeenbrengen tegen u en Ik zal uw schaamte voor hen ontbloten, zodat zij heel uw naaktheid zullen zien.

38Ik zal u oordelen overeenkomstig de bepalingen voor overspelige vrouwen en vrouwen die bloed vergieten. Ik zal u overgeven aan de bloeddorst van grimmigheid en van na-ijver.

39En Ik zal u in hun hand geven. Zij zullen uw verhoging afbreken, uw hoogten omverwerpen, u uw kleding uittrekken, uw sieraden nemen en u naakt en bloot achterlaten.

40Daarop zullen zij een menigte tegen u laten opkomen. Zij zullen u met stenen stenigen en u met hun zwaarden doorsteken.

41Zij zullen uw huizen met

57voordat uw kwaad openbaar werd! Zo is het de tijd voor de smaad van de dochters van Syrië en van allen rondom haar, en van de dochters van de Filistijnen, die u van rondom verachten.

58Ú zult uw schandelijk gedrag en uw gruweldaden dragen, spreekt de HEERE.

59Want zo zegt de Heere HEERE: Ik zal met u doen zoals u gedaan hebt: u hebt de eed Jer. 2:20veracht door het Vers 8verbond te verbreken.

60Toch zal Ík denken aan Mijn verbond met u in de dagen van uw jeugd. Ik zal met u een eeuwig verbond maken.

61Dan zult u zich uw wegen herinneren en te schande worden, wanneer u uw zusters die ouder zijn dan u en degenen die jonger zijn dan u, hebt aangenomen. Ik zal u hen tot Gal. 4:26dochters geven, maar niet op grond van het verbond met u.

62Want Ík zal met u Mijn verbond maken. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben,

63opdat u eraan denkt, u schaamt en uw mond niet meer opendoet vanwege uw smaad, wanneer Ik voor u verzoening doe over alles wat u gedaan hebt, spreekt de Heere HEERE.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help