Spreuken 29 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Vruchten van wijsheid, dwaasheid en zonde

1Wie na bestraffingen halsstarrig is,

zal opeens gebroken worden, en er zal geen genezing meer zijn.

2 breekt het af.

5Een man die zijn naaste vleit,

spreidt een net voor diens voetstappen.

6In de overtreding van een boosaardige man ligt een valstrik,

maar een rechtvaardige juicht en verblijdt zich.

7

8Spotters doen een stad ontvlammen,

maar wijzen wenden de toorn af.

9Wanneer een wijze man een rechtszaak voert met een dwaas man,

of hij zich ontzet of lacht, er komt geen rust.

10Bloeddorstigen haten de vrome,

maar oprechten zoeken zijn behoud.

11

12 Als een heerser acht slaat op een leugenachtig woord,

worden al zijn dienaren goddeloos.

13 ontmoeten elkaar:

de HEERE verlicht de ogen van hen beiden.

14 maakt de overtredingen talrijk.

23 van een heerser,

maar van de HEERE krijgt iemand zijn recht.

27Een man die onrecht doet, is een gruwel voor rechtvaardigen,

maar wie oprecht van weg is, is een gruwel voor een goddeloze.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help