1De woorden van Prediker, de zoon van David, koning in Jeruzalem.
2Een en al vluchtigheid, zegt Prediker,
een en al vluchtigheid, bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft om zich ermee te vermoeien.
14Ik heb alle werkzaamheden gezien die er onder de zon plaatsvinden, en zie, het was alles vluchtig en najagen van wind.
15Het kromme kan niet rechtgemaakt worden
en wat ontbreekt, kan niet meegeteld worden.
16Ik overwoog in mijn hart: Zie, ik heb mijn wijsheid vergroot en vermeerderd, meer dan allen die vóór mij in Jeruzalem geweest zijn de hunne. Mijn hart heeft veel wijsheid en kennis ontdekt.
17Ik legde mij met heel mijn hart erop toe wijsheid te kennen, en onverstand en dwaasheid te leren kennen. Ik merkte dat ook dit slechts najagen van wind is.
18Want in veel wijsheid zit veel verdriet.
Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.