1En het gebeurde, toen heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had, dat de HEERE tegen Jozua langs zijn beide oevers stroomde.
19Het volk was de tiende van de eerste maand uit de Jordaan opgeklommen, en zij sloegen hun kamp op in Gilgal, aan de oostkant van Jericho.
20Die twaalf stenen die zij uit de Jordaan genomen hadden, richtte Jozua op in Gilgal.
21Hij zei tegen de Israëlieten: Wanneer uw kinderen morgen aan hun vader vragen: Wat betekenen deze stenen?
22dan moet u uw kinderen laten weten: Op het droge stak Israël deze Jordaan over,
23want de HEERE, uw God, heeft het water van de Jordaan voor uw ogen doen opdrogen, totdat u overgestoken was, Ex. 14:21zoals de HEERE, uw God, met de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor onze ogen heeft doen opdrogen, totdat wij overgestoken waren,
24opdat alle volken van de aarde zouden weten dat de hand van de HEERE sterk is; opdat u de HEERE, uw God, alle dagen vreest.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.