Job 38 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

De HEERE

verschijnt aan Job

1Daarna antwoordde de HEERE Job uit een storm en zei:

2 als een kleed.

15De goddelozen wordt hun licht onthouden,

en de opgeheven arm wordt gebroken.

16Bent u gekomen tot aan de bronnen van de zee?

Hebt u gewandeld op de bodem van de watervloed?

17Zijn de poorten van de dood aan u geopenbaard?

Hebt u de poorten van de schaduw van de dood gezien?

18Reikt uw inzicht tot de breedten van de aarde?

Maak het bekend, als u dit allemaal weet.

19Waarheen is de weg waar het licht woont?

En de duisternis, waar is zijn woonplaats,

20zodat u die naar zijn gebied kunt brengen,

en dat u de paden naar zijn huis kunt opmerken?

21U weet het vast wel, want u was toen al geboren,

en uw dagen zijn groot in aantal.

22Bent u gekomen bij de schatkamers van de sneeuw?

Hebt u de schatkamers van de hagel gezien,

23die Ik achterhoud voor een tijd van benauwdheid,

voor een dag van strijd en oorlog?

24Waarheen is de weg waar het licht zich verdeelt,

en de oostenwind zich verspreidt over de aarde?

25Wie klieft voor de stortvloed een waterloop,

en een weg voor het weerlicht van de donder,

26om het te laten regenen op het land, waar niemand is,

op de woestijn, waarin geen mens is,

27 Ps. 107:35 om het gebied van verwoesting en vernietiging te verzadigen,

en om het opkomende groen te laten groeien?

28Heeft de regen een vader?

Of wie brengt de druppels van de dauw voort?

29Uit wiens buik komt het ijs naar buiten?

En wie baart de rijp van de hemel?

30Het water wordt hard als een steen,

en het oppervlak van de watervloed raakt vastgevroren.

31Kunt u de banden Job 9:9; Amos 5:8van het Zevengesternte vastbinden,

of de ketenen van de Orion losmaken?

32Kunt u de Mazzarot tevoorschijn laten komen op zijn tijd,

en kunt u de Wagen met zijn kinderen leiden?

33 Jer. 31:35 Kent u de verordeningen van de hemel,

of kunt u op aarde zijn beleid bepalen?

34Kunt u uw stem tot de wolken verheffen,

zodat een overvloed van water u overdekt?

35Kunt u bliksemflitsen sturen, zodat zij gaan,

en tegen u zeggen: Zie, hier zijn wij?

36 Job 32:8; Pred. 2:26; Dan. 1:17 Wie heeft de wijsheid in het binnenste gelegd?

Of wie heeft aan het hart het inzicht gegeven?

37Wie kan de wolken met wijsheid tellen?

En wie kan de kruiken van de hemel neerleggen,

38zodat het stof vast wordt als iets dat gegoten is,

en de kluiten aan elkaar kleven?

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help