1 Samuel 23 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

David ontzet Kehila

1Men vertelde David: Zie, de Filistijnen strijden tegen Kehila en zij plunderen de dorsvloeren.

2En David raadpleegde de HEERE en vroeg: Zal ik op weg gaan en deze Filistijnen verslaan? De HEERE zei tegen David: Ga, u zult de Filistijnen verslaan en Kehila verlossen.

3De mannen van David zeiden echter tegen hem: Zie, wij zijn hier in Juda al bevreesd; hoeveel te meer als wij naar Kehila, naar de gelederen van de Filistijnen zullen gaan.

4Toen raadpleegde David de HEERE opnieuw, en de HEERE antwoordde hem en zei: Sta op, trek naar Kehila, want Ik geef de Filistijnen in uw hand.

5Zo gingen David en zijn mannen naar Kehila. Hij streed tegen de Filistijnen, dreef hun vee weg en bracht hun een grote slag toe. Zo verloste David de inwoners van Kehila.

6En het gebeurde

17Hij zei tegen hem: Wees niet bevreesd, want de hand van mijn vader Saul zal je niet vinden, maar jij zult koning worden over Israël en ik zal de tweede na jou zijn. Ook mijn vader Saul weet dit wel.

18En zij sloten een verbond met elkaar voor het aangezicht van de HEERE; en David bleef in Choresa, maar Jonathan ging naar zijn huis.

19Toen trokken de Zifieten naar Saul in Gibea en zeiden: Weet u niet dat David zich bij ons verborgen heeft in de bergvestingen in Choresa, op de heuvel van Hachila, die ten zuiden van de wildernis ligt?

20Welnu, koning, kom dan snel, overeenkomstig het volle verlangen van uw ziel; dan is het aan ons hem uit te leveren in de hand van de koning.

21Toen zei Saul: Moge u door de HEERE gezegend worden, omdat u medelijden met mij gehad hebt.

22Ga toch op weg, en verkrijg nog meer zekerheid. Vergewis u ervan en verken de plaats waar hij zijn voet gezet heeft, en wie hem daar gezien heeft, want men heeft mij gezegd dat hij zeer listig te werk gaat.

23En zie meer te weten te komen over alle plaatsen waar hij zich schuilhoudt, en kom dan weer naar mij toe met zekerheid, dan zal ik met u meegaan. En het zal gebeuren, als hij in het land is, dat ik hem onder alle duizenden van Juda op zal sporen.

24Toen stonden zij op en gingen naar Zif, voor Saul uit. David en zijn mannen waren in de woestijn van Maon, in de Vlakte, ten zuiden van de wildernis.

25Toen Saul en zijn mannen hem gingen zoeken, vertelde men dat aan David; en hij trok weg van de rots en bleef in de woestijn van Maon. Toen Saul dat hoorde, joeg hij David na in de woestijn van Maon.

26Saul ging aan de ene zijde van de berg en David met zijn mannen aan de andere zijde van de berg. Nu gebeurde het terwijl David zich haastte om aan Saul te ontkomen en Saul en zijn mannen David en zijn mannen omsingeld hadden om hen te grijpen,

27dat er een bode naar Saul kwam met de boodschap: Haast u en kom, want de Filistijnen zijn het land binnengevallen.

28Toen keerde Saul terug van het najagen van David en ging de Filistijnen tegemoet; daarom noemde men die plaats Sela-Machlekoth.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help