1Welzalig de man
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.
3Want hij zal zijn als een Jer. 17:8boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.
4 Maar zo zijn de goddelozen niet:
die zijn juist als Job 21:18; Ps. 35:5; Jes. 17:13; 29:5; Hos. 13:3het kaf, dat de wind wegblaast.
5Daarom blijven de goddelozen niet staande in het gericht,
de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen.
6Want de HEERE kent de weg van de rechtvaardigen,
maar de weg van de goddelozen zal vergaan.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.