1Paulus, een apostel van Jezus Christus door de wil van God, tot lof van Zijn heerlijkheid.
Christus het hoofd van de gemeente15 Filipp. 1:3; Kol. 1:3; 1 Thess. 1:2; 2 Thess. 1:3 Daarom, omdat ook ik gehoord heb van het geloof in de Heere Jezus onder u, en van de liefde voor alle heiligen,
16houd ik niet op voor u te danken, als ik in mijn gebeden aan u denk,
17opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem,
18 namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen,
19en wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, Kol. 2:12overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht,
20die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte Ps. 110:1; Hand. 2:34; 1 Kor. 15:25; Kol. 3:1; Hebr. 1:3; 10:12; 1 Petr. 3:22en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten,
21ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende.
22 Ps. 8:7; Matt. 28:18; 1 Kor. 15:27; Hebr. 2:8 En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente,
23 Rom. 12:5; 1 Kor. 12:27; Efez. 4:16; 5:23 die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.