1Laten wij daarom het eerste onderwijs met betrekking tot Christus laten rusten, en doorgaan tot de volmaaktheid, zonder opnieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God,
2van de leer van de dopen, van de handoplegging, van de opstanding van de doden en van het eeuwig oordeel.
3En dat zullen wij ook doen, en overvloedig zal Ik u in aantal doen toenemen.
15En zo heeft hij de belofte verkregen na daar geduldig op gewacht te hebben.
16Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en Ex. 22:11de eed, die hun tot bevestiging dient, is het eind van alle tegenspraak.
17Omdat Hij aan de erfgenamen van de belofte overvloediger de onveranderlijkheid van Zijn raadsbesluit wilde bewijzen, heeft God die bekrachtigd met een eed,
18opdat wij door twee onveranderlijke dingen, waarin het onmogelijk is dat God zou liegen, een sterke troost zouden ontvangen, wij die bij Hem de toevlucht genomen hebben om de hoop die voor ons ligt, vast te houden.
19Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.
20Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, Die naar de ordening van Melchizedek Hebr. 3:1; 4:14; 8:1; 9:11Hogepriester geworden is tot in eeuwigheid.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.