1 Samuel 4 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Israël door de Filistijnen verslagen. De ark weggenomen

1Het woord van Samuel kwam tot heel Israël. En Israël trok ten strijde, de Filistijnen tegemoet. Zij sloegen hun kamp op bij Eben-Haëzer, terwijl de Filistijnen hun kamp opsloegen bij Afek.

2De Filistijnen stelden zich op tegenover Israël. Toen de strijd zich uitbreidde, werd Israël door de Filistijnen verslagen; want zij doodden in de gelederen in het open veld ongeveer vierduizend man.

3Toen het volk in het kamp teruggekomen was, zeiden de oudsten van Israël: Waarom heeft de HEERE ons vandaag vóór de Filistijnen verslagen? Laten wij vanuit Silo de ark van het verbond van de HEERE bij ons nemen, en laat die in ons midden komen, opdat die ons zal verlossen uit de hand van onze vijanden.

4Toen zond het volk boden naar Silo, en men bracht vandaar de verbondsark van de HEERE van de legermachten, niet gebeurd.

8Wee ons, wie zal ons redden uit de hand van deze machtige goden? Dit zijn dezelfde goden die de Egyptenaren met alle plagen getroffen hebben, bij de woestijn.

9Filistijnen, vat moed en wees mannen, anders zult u de Hebreeën moeten dienen Richt. 13:1zoals zij u gediend hebben. Wees mannen, en strijd!

10Toen streden de Filistijnen, en Israël werd verslagen, en zij vluchtten, ieder naar zijn tent. De nederlaag was zeer groot, er viel van Israël dertigduizend man voetvolk.

11En 1 Sam. 2:34; Ps. 78:61de ark van God werd meegenomen, en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, stierven.

De dood van Eli

12Toen snelde er een Benjaminiet uit de gevechtslinie, en deze kwam diezelfde dag nog in Silo; en zijn kleren waren gescheurd en Joz. 7:6er was aarde op zijn hoofd.

13Toen hij aankwam, zie, Eli zat op de stoel aan de kant van de weg op de uitkijk, want zijn hart sidderde vanwege de ark van God. Toen die man kwam om het in de stad te vertellen, schreeuwde heel de stad het uit.

14Eli hoorde het geluid van het schreeuwen, en hij zei: Wat betekent het geluid van dit rumoer? Daarop haastte de man zich en kwam het Eli vertellen.

15Eli nu was een man van achtennegentig jaar, en zijn ogen waren 1 Sam. 3:2star geworden, zodat hij niet meer zien kon.

16En die man zei tegen Eli: Ik kom uit de gevechtslinie; vandaag nog ben ik uit de gevechtslinie gevlucht. Hij zei: Wat is er gebeurd, mijn zoon?

17Toen antwoordde de boodschapper en zei: Israël is voor de Filistijnen uit gevlucht, en ook is er een grote slachting onder het volk geweest. Bovendien zijn uw twee zonen, Hofni en Pinehas, gestorven en is de ark van God meegenomen.

18En het gebeurde, toen hij van de ark van God melding maakte, dat Eli achterover van de stoel viel, aan de kant van de poort, zijn nek brak en stierf; want de man was oud en zwaar. En hij had veertig jaar leiding gegeven aan Israël.

19En zijn schoondochter, de vrouw van Pinehas, was zwanger en zou baren. Toen zij het bericht hoorde dat de ark van God meegenomen was en dat haar schoonvader en haar man gestorven waren, kromde zij zich en baarde, want haar weeën overvielen haar.

20En omstreeks de tijd van haar sterven spraken de vrouwen die bij haar stonden: Wees niet bevreesd, want u hebt een zoon gebaard. Maar zij antwoordde niet en nam het niet ter harte.

21En zij noemde het jongetje Ikabod, en zei: De eer is weggevoerd uit Israël. Dit zei ze, omdat de ark van God meegenomen was, en vanwege haar schoonvader en haar man.

22En zij zei: De eer is weggevoerd uit Israël, want de ark van God is meegenomen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help