1Dit nu zijn de afstammelingen van Aäron en Mozes op de dag dat de HEERE met Mozes sprak op de berg Sinaï.
2Dit nu zijn de namen van de zonen van Aäron: Nadab, om als priester te dienen.
4 is twintig gera waard.
48En dat geld moet u aan Aäron en aan zijn zonen geven, als losgeld voor degenen die vrijgekocht moeten worden van hen die het getal van de Levieten te boven gaan.
49Toen inde Mozes dat losgeld voor hen die het getal te boven gingen, van degenen die door de Levieten vrijgekocht waren.
50Voor de eerstgeborenen van de Israëlieten inde hij dat geld: duizend driehonderdvijfenzestig sikkel, gerekend volgens de sikkel van het heiligdom.
51En Mozes gaf dat losgeld aan Aäron en aan zijn zonen, op bevel van de HEERE, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.