2 Kronieken 19 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Josafat bestraft

1En Josafat, de koning van Juda, keerde in vrede terug naar zijn huis in Jeruzalem.

2En Jehu, de zoon van Hanani, de ziener, kwam naar buiten, hem tegemoet, en zei tegen koning Josafat: Moest u de goddeloze helpen en hen die de HEERE haten, liefhebben? Hierom rust op u grote toorn van voor het aangezicht van de HEERE.

3Toch zijn er ook goede dingen bij u gevonden,

7Nu dan, laat grote vrees voor de HEERE over u komen; neem uw plichten waar, en doe ze, of aanneming van geschenken.

8Bovendien stelde Josafat in Jeruzalem enkelen van de Levieten en de priesters, en enkelen van de familiehoofden van Israël aan voor de rechtspraak van de HEERE en voor de rechtszaken van de inwoners van Jeruzalem.

9Hij gebood hun: Dit moet u in de vreze des HEEREN, in trouw en met een volkomen hart doen.

10En bij elk geschil dat door uw broeders die in hun steden wonen, aan u wordt voorgelegd over bloedschuld, over wet en gebod, verordeningen en bepalingen, moet u hen waarschuwen, zodat zij niet schuldig worden tegenover de HEERE, en er grote toorn op u en op uw broeders rust. Als u zo handelt, zult u niet schuldig worden.

11En zie, de hoofdpriester Amarja staat boven u voor elke zaak die de HEERE betreft, en Zebadja, de zoon van Ismaël, de leider van het huis van Juda, voor elke zaak die de koning betreft. En als beambten staan de Levieten u ter beschikking. Wees sterk en handel zo, en de HEERE zal zijn bij hem die goed is.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help