1De HEERE sprak tot Mozes zijn. Hij moet een linnen gordel ombinden en een linnen tulband om wikkelen. Dit is heilige kleding. Hij mag die pas aantrekken, nadat hij zijn lichaam met het water gewassen heeft.
5Van de gemeenschap van de Israëlieten moet hij twee geitenbokken nemen als zondoffer en één ram als brandoffer.
6Dan moet Aäron de jonge stier aanbieden als zondoffer dat voor hem bestemd is, en om in de plaats van zijn vader als priester te dienen, moet de verzoening doen, als hij de linnen kleren, de heilige kleren, heeft aangetrokken.
33Zo moet hij het heilige heiligdom verzoenen. De tent van ontmoeting en het altaar moet hij verzoenen en hij moet voor de priesters en voor heel het volk van de gemeente verzoening doen.
34Dit is voor u tot een eeuwige verordening om voor de Israëlieten Ex. 30:10; Hebr. 9:7eenmaal per jaar verzoening te doen voor al hun zonden. En men deed zoals de HEERE Mozes geboden had.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.