1De woorden van Agur, de zoon van Jake: de last. De man spreekt tot Ithiël, tot Ithiël en Uchal.
2Voorzeker, ik ben onverstandiger dan iemand anders,
ik heb geen menselijk inzicht.
3Ik heb geen wijsheid geleerd
en de kennis van heiligen niet bezeten.
4Wie is er naar de hemel opgestegen en vandaar neergedaald?
–
waarvan de wimpers opgetrokken zijn,
14
ja, vier hebben een statige gang:
30een leeuw, de machtige onder de dieren,
voor niemand maakt hij rechtsomkeert,
31 of een bok,
en een koning met krijgsvolk bij zich.
32Als u dwaas gehandeld hebt door u te verheffen,
en als u het zich voorgenomen hebt: de Job 21:5hand op de mond!
33Want druk op de melk brengt boter voort,
druk op de neus brengt bloed voort,
druk van de toorn brengt onenigheid voort.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.