Deuteronomium 15 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Over het jaar van kwijtschelding

1Na verloop van kwijtschelden.

4Overigens hoeft er onder u geen arme te zijn, want de HEERE zal u overvloedig zegenen in het land dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft om dat in bezit te nemen,

5als u tenminste de stem van de HEERE, uw God, nauwgezet gehoorzaamt, door al deze geboden die ik u heden gebied, nauwlettend in acht te nemen.

6Wanneer de HEERE, uw God, u gezegend heeft, zoals Hij tot u gesproken heeft, dan en hem niets geeft, en hij over u tot de HEERE roept en er zonde in u is.

10 in uw land.

12 Dan zal de HEERE, uw God, u zegenen in alles wat u doet.

Heiliging van de eerstgeborenen van het vee

19 Ex. 13:2; 22:29; 34:19; Lev. 27:26; Num. 3:13 Alle mannelijke eerstgeborenen die bij uw runderen en uw kleinvee geboren worden, moet u voor de HEERE, uw God, heiligen. U mag met de eerstgeborene van uw rund geen arbeid verrichten, en de eerstgeborene van uw kleinvee mag u niet scheren.

20Voor het aangezicht van de HEERE, uw God, moet u het eten, u en uw gezin, jaar op jaar, op de plaats die de HEERE zal uitkiezen.

21 Lev. 22:20; Deut. 17:1 Maar als er een gebrek aan is, als het mank is of blind, of als het enig ernstig gebrek heeft, mag u het niet aan de HEERE, uw God, offeren.

22Binnen uw poorten mag u het eten, of u nu onrein bent of rein, net als bij een gazelle en een hert.

23 Deut. 12:16,23 Alleen zijn bloed mag u niet eten; u moet het als water over de aarde uitgieten.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help