Markus 6 - Dutch Revised Bible 2010-2017(HSVU)

Jezus in Nazareth veracht

1En kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en het is al laat;

36stuur hen weg, opdat zij naar de omliggende gehuchten en dorpen kunnen gaan en broden voor zichzelf kopen, want zij hebben niets te eten.

37Maar Hij antwoordde hun en zei: Geeft u hun te eten. En zij zeiden tegen Hem: Moeten wij voor tweehonderd penningen brood gaan kopen en hun te eten geven?

38En Hij zei tegen hen: Hoeveel broden hebt u? Ga eens kijken. Matt. 14:17; Luk. 9:13; Joh. 6:9En toen zij het te weten gekomen waren, zeiden zij: Vijf, en twee vissen.

39En Hij droeg hun op om allen in groepen te laten gaan zitten in het groene gras.

40En zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig.

41En toen Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, Joh. 17:1keek Hij op naar de hemel, 1 Sam. 9:13zegende en brak de broden en gaf ze aan Zijn discipelen, opdat zij die aan hen zouden voorzetten, en de twee vissen verdeelde Hij onder allen.

42En zij aten allen en werden verzadigd.

43En zij raapten twaalf manden vol met stukken brood op, en wat over was van de vissen.

44En die de broden gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen.

Jezus loopt op de zee

45 Matt. 14:22; Joh. 6:17 En meteen dwong Hij Zijn discipelen in het schip te gaan en vooruit te varen naar de overkant, naar Bethsaïda, terwijl Hijzelf de menigte weg zou sturen.

46 Matt. 14:23; Luk. 6:12 En toen Hij afscheid van hen genomen had, ging Hij naar de berg om te bidden.

47 Matt. 14:23; Joh. 6:16 En toen het avond was geworden, was het schip midden op de zee en Hijzelf was alleen op het land.

48En Hij zag dat zij veel moeite moesten doen om het schip vooruit te krijgen, want zij hadden de wind tegen; en omstreeks de vierde nachtwake kwam Hij, lopend op de zee, naar hen toe en wilde hun voorbijgaan.

49En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid,

50want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd.

51En Hij klom bij hen in het schip en de wind ging liggen; en zij waren innerlijk volkomen buiten zichzelf en zij verwonderden zich,

52want zij hadden bij het wonder van de broden niets begrepen, omdat hun hart verhard was.

53 Matt. 14:34 En toen zij overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesaret en legden daar aan.

54En toen zij uit het schip gegaan waren, herkende men Hem meteen.

55 En men liep heel die streek door en begon op ligmatten hen die er slecht aan toe waren met zich mee te dragen naar de plaats waarvan ze hoorden dat Hij daar was.

56En waar Hij ook kwam, in dorpen of steden of in gehuchten, daar legden ze de zieken op de markten en smeekten Hem of zij al was het maar de zoom van Zijn bovenkleed mochten aanraken; en allen die Hem aanraakten, werden gezond.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help