Openbaring 22 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

De rivier van Levend Water

1En hij toonde mij een rivier van Levend Water, zuiver en helder als kristal, die voortkwam uit de troon van GOD en van het Lam.

2In het midden van het plein ervan, aan de ene en aan de andere kant van de rivier, stond de Boom van het Leven, die twaalf keer vrucht draagt. Elke maand gaf hij zijn vruchten en zijn bladeren zijn tot genezing van de volken.

3Er zal geen vloek meer zijn. De troon van GOD en van het Lam zal in haar zijn en zijn dienaren zullen Hem dienen.

4Zij zullen zijn aangezicht zien en zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn.

5Er zal daar geen nacht zijn en zij zullen geen licht van een lamp of licht van de zon, nodig hebben, want de HEERE GOD verlicht hen en Hij is hun Koning tot in alle eeuwigheid.

6 Daarop zei hij tegen mij:

“Deze woorden zijn betrouwbaar en waar

en de HEERE, de GOD van de Geest van de heilige profeten,

heeft zijn engel gezonden om zijn dienaren te tonen

wat spoedig moet gebeuren.”

7 “Zie, Ik kom spoedig!

Gelukkig is hij,

die de woorden van de profetie van deze Boekrol bewaart.”

8Ik, Johannes, ben het die deze dingen zag en hoorde. En toen ik ze zag en hoorde, viel ik neer aan de voeten van de engel, die mij deze dingen liet zien, om hem te aanbidden.

9Maar hij zei tegen mij:

“Pas op, nee, doe dat niet,

want ik ben een dienaar van jou

en van je broeders, de profeten,

en van hen die de woorden van deze Boekrol bewaren.

Aanbid GOD!”

10 Daarop zei hij tegen mij:

“Verzegel de woorden van de profetie van deze Boekrol niet,

want de tijd is nabij.”

11 “Wie onrecht doet, zal nog meer onrecht doen,

en wie vuil is, zal nog vuiler worden.

Wie rechtvaardig is, zal nog meer rechtvaardigheid doen

en wie heilig is, zal nog meer geheiligd worden.”

12 “Zie, Ik kom spoedig

en mijn loon is bij Mij

om ieder te vergelden naar zijn werk.

13 Ik ben de Alef en Ik ben de Tav,

de Eerste en de Laatste,

het Begin en de Voleinding.”

14“Gelukkig zijn zij die zijn geboden doen.

Zij zullen gezag hebben over de Boom van het Leven

en door de poorten de stad binnengaan.

15 Buiten zijn de hoereerders, de moordenaars,

de afgodendienaren, de onreinen,

de tovenaars en alle zieners en leugenaars.”

16 “Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden

om deze dingen aan jullie te getuigen

ten overstaan van de gemeenten.

IK BEN de Wortel en het Nageslacht van David

en IK BEN met hem en IK BEN de blinkende Morgenster.”

17De Geest en de bruid zeggen:

“Kom!”

En laat wie het hoort, zeggen:

“Kom!”

“Wie dorst heeft, laat hij komen

en voor niets drinken van het Levende Water.”

18 “Ik betuig aan ieder die de woorden

van de profetie van deze Boekrol hoort:

Als iemand aan deze dingen toevoegt,

zal GOD hem de plagen toevoegen,

die in deze boekrol beschreven zijn.

19 Als iemand afneemt van de woorden

van de Boekrol van deze profetie,

zal GOD zijn deel afnemen

van de Boom van het Leven en van de heilige Stad,

die in deze boekrol beschreven zijn.”

20Toen Hij van deze dingen getuigde, zei Hij:

“Ja, Ik kom spoedig!”

“Kom, HEERE Jezus!”

21De genade van onze Here Jezus Christus zij met al zijn heiligen. “Amen!”

Het einde van het Nieuwe Testament.

Heerlijkheid voor de Naam van GOD,

onze Vader, onze Here Jezus Christus en de Heilige Geest.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help